Gids in de Vechtstreek met mooie verhalen
Een historische wandeling of vaartocht in de Vechtstreek is en blijft een belevenis. Of je nu wandelt, fietst of vaart, de Vechtstreek is beslist een bezoek waard. Buitenplaatsen, kastelen, theekoepels, boerderijen, forten, molens, dijken, sluizen, overblijfselen van de Hollandse Waterlinie en schilderachtige plaatsjes, parels aan de Vecht, rijgen zich 44 km lang aaneen tussen Utrecht en Muiden. Het eeuwenoude landschap gaat terug tot de Middeleeuwen toen dit moerasachtige gebied werd ontgonnen. Eeuwenlang voerden de bisschoppen van Utrecht en de graven van Holland strijd om de macht over de rivier – een belangrijke transportader – en haar omgeving. Diverse kastelen getuigen daar nog van.
Rijke kooplui uit Amsterdam ontdekten het gebied in de 17e eeuw en bouwden daar op de oeverwallen van de zuidelijke Vechtstreek hun buitenplaatsen, als residentie voor de zomer. Onder hen Jan Jacobszoon Huydecoper, bewindvoerder van de VOC en burgemeester van Amsterdam. Feitelijk was hij de eerste projectontwikkelaar van Nederland en liet onder meer Goudestein in Maarssen bouwen. Eind 18e, begin 19e eeuw trad verval in dat duurde tot de jaren ’60, ’70 van de 20e eeuw. De hoge onderhoudskosten waren vaak niet meer op te brengen; buitenplaatsen werden ‘op afbraak’ verkocht en steen voor steen afgebroken en verkaveld of voortaan gebruikt als kostschool of fabriek.
In 1915 herontdekte Jacques P. Thijsse, onze nationale bioloog en natuurbeschermer van het eerste uur, al wandelend de schoonheid van de Vechtstreek. Hij was direct verkocht en stelde zijn ervaringen te boek in het nog altijd goed leesbare Verkade album De Vecht; onze grootouders spaarden de plaatjes. Intussen is de regio alweer geruime tijd zeer geliefd om te wonen en te recreëren.
Micha Cluysenaer leidt u graag rond met mooie verhalen over heden en verleden, markante bewoners en bijzondere gebeurtenissen.